Wat het bedrijfsleven kan leren van de sport
Sport is een thema dat vaak wordt ingezet in het bedrijfsleven (lees hier ook non-profitorganisaties). Als metafoor, als inspiratie of ter ontspanning. Vooropgesteld, een vergelijking met de sport gaat niet altijd op. Een teammanager op de werkvloer kan bijvoorbeeld niet zomaar ieder jaar doorselecteren en de slechtste teamleden rücksichtslos laten afvallen. En velen hebben wel eens een lezing van een topsporter bijgewoond die grofweg ging: “Nou, ik heb altijd hard gewerkt, soms waren er tegenslagen, maar nu heb ik een gouden medaille”. Dan denk je als toehoorder ook: leuk voor jou, maar wat heb ík er aan? Toch zijn er voor het bedrijfsleven wel degelijk lessen te leren uit de sport. In de afgelopen 10 jaar heb ik zowel in het bedrijfsleven als in de sport talenten, toppers, teams, leiders en bestuurders begeleid. Hieronder lees je mijn top 6.
“Die training heb ik al een keer gedaan”
Regelmatig maak ik mee dat medewerkers bij een training bijna triomfantelijk mededelen dat ze een bepaalde training/oefening al eerder hebben gedaan. Oftewel, ze hoeven dan eigenlijk niet eens meer mee te doen. “Ja, en?” zeg ik dan altijd. Om ergens goed in te worden moet je het juist heel vaak doen. Denk je nu echt dat Cristiano Ronaldo, Roger Federer en Max Verstappen zoiets ooit zeggen? Nee, ze hebben al veel talent als basis, maar juist hun bereidheid om elke keer weer opnieuw een oefening te doen, maakt dat ze het ook onder druk op beslissende momenten kunnen.
In dit kader een interessante leestip: Topsport in de genen van David Epstein. Waarin wetenschappelijk onderzoek duidelijk maakt dat hard kunnen trainen niet iets is wat je zomaar aanleert, maar iets wat in je genen zit, of niet…..
“Straks vindt ‘ie me niet aardig meer”
Menig medewerker heeft wel eens een feedbacktraining gedaan. Leuke trainingen hoor, maar vaak gebeurt er daarna geen fluit meer mee op de werkvloer. De angst zit er toch in dat je een ander kwetst, of nog erger, dat je zelf gekwetst raakt. Aleide Lawant (voormalig wereldkampioen kickboksen), heeft mij uitgelegd dat sparren betekent dat als je je dekking te laag hebt, je van je sparringpartner geen genade hoeft te verwachten, maar een keiharde klap voor je kop. Want op de training word je gehard voor de wedstrijd. Dus als je collega het beste voor heeft met jou en met het bedrijf, dan is het dus een vereiste dat hij je eerlijke feedback geeft!
“Ze vinden me vast een zwakkeling”
De meeste topsporters verliezen vaker dan dat ze winnen. En dan ook nog eens voor het oog van de camera en het publiek. Dai Dai N’tab schaatste op het Olympisch Kwalificatietoernooi voor de winterspelen in Peking 0,08 seconde te langzaam, waardoor hij voor de tweede keer de Olympische spelen nipt misliep. Een half uur later werd hij geacht de media te woord te staan. Zo’n enorme klap en je dan direct in al je kwetsbaarheid en falen moeten blootstellen. De meeste mensen in het bedrijfsleven komen op het vlak van kwetsbaarheid niet veel verder dan de TedTalk van Brené Brown (die overigens top is), maar het ook daadwerkelijk in de praktijk brengen……
Iedereen vindt het van een ander sterk als die persoon zich kwetsbaar durft op te stellen. Waarom doen we het zelf dan zo weinig? Doordat sporters vaak kwetsbaar zijn, ervaren ze ook de kracht ervan.
“ik wil promotie, anders ga ik weg”
Sommige talenten komen héél snel. Matt Busby, de legendarische coach van Manchester United zei al: “When you are good enough, you are old enough”. Maar de meeste talenten moeten eerst gewoon rijpen. Je moet vliegkilometers maken, daardoor ga je situaties herkennen. Kijk onderstaand filmpje over Jennie Finch en je ziet hoe een softbal pitcher een softbal, die groter is dan een honkbal, en minder hard wordt gegooid dan een honkbal, de beste slagmensen uit het Amerikaanse honkbal kansloos laat. De reden: honkballers kunnen door jarenlange ervaring al anticiperen op een worp voordat hij gegooid wordt. Dat doen ze onbewust door naar lichaamshouding e.d. te kijken. Maar als iemand ineens ballen naar ze gaat gooien die zo anders zijn dat ze pas kunnen reageren als de bal de hand van de pitcher verlaat, dan zijn ze sowieso te laat.
Ik gun de huidige generatie werknemers geduld. Geduld om eerst voldoende levens- en werkervaring op te doen, die nodig is om op het door hen geambieerde niveau te kunnen functioneren.
“Het is zo toch ook wel goed genoeg”
Ik begeleid regelmatig oud-topsporters die na hun sportcarrière in het bedrijfsleven beland zijn. De grootste uitdaging die zij daar ondervinden is dat ze vaak horen: “O, daar hebben we onze topsporter weer”. Topsporters weten dat een 7 niet genoeg is. Op de winkel passen maakt dat anderen je passeren. Dus zij staan open voor innovaties en continue verbetering om een nóg beter resultaat te behalen. Juist in tijden van hybride werken, weten we dat veel medewerkers en teams innovatie tot sluitpost van hun tijdsbegroting hebben laten worden. Hoe wordt ook jouw team een high performance team, waarin een 7 echt niet goed genoeg is?
“Dat kunnen we zelf wel”
Hoeveel topsporters en topteams ken jij die geen coach hebben? Ondanks dat sporters en topteams al de top hebben bereikt, is het logisch om een coach te hebben die jou en het team begeleidt. In het bedrijfsleven zijn er nog veel talenten, vedettes en teams die geen coach hebben, omdat ze denken dat dit niet nodig is of dat de teamleider deze rol wel kan vervullen. Ga eens bij jezelf te rade of een frisse blik van buitenaf, van een coach die alleen maar jouw succes voor ogen heeft, zou kunnen helpen.
Al schrijvende schieten me nog andere parallellen tussen sport en bedrijfsleven te binnen zoals: doelen stellen, lef tonen, confrontaties aangaan, plezier in je werk hebben, en het belang van netwerken. Maar dat bewaren we maar voor de volgende keer.
Geniet van het mooie sportjaar!
Meer lessen uit de sport?
5 antwoorden
Stuur mij een e-mail als er vervolgreacties zijn.Stuur mij een e-mail als er nieuwe berichten zijn.