Vertrouwen op je eigen kunnen
Zomaar een zondagavond in een kroeg. Vriend V. is de dag ervoor 38 geworden en staat op een T-splitsing in zijn tot nu toe rimpelloze carrière. De baan die hij twee jaar geleden op ratio koos, is het toch niet helemaal. V. is altijd bejubeld om zijn snelheid van geest, sociale vaardigheden en leiderschapskwaliteiten. Totdat hij in deze baan terechtkwam. Zijn baas ziet hem niet staan.
Ik ben stomverbaasd als ik hem hoor zeggen dat zijn zelfvertrouwen daardoor een deuk heeft opgelopen. Inmiddels is hij in de race voor twee totaal verschillende nieuwe kansen. De ene – buiten de deur – maakt hem meteen enthousiast en lijkt gevoelsmatig een goede stap. De tweede optie geeft hem de kans om zijn huidige baas te laten zien dat hij het wél kan. Hij laat zich bijna verleiden tot een rancuneuze carrièrestap: bewijs leveren aan die ene manager die de grootsheid van zijn talent niet zag. Wordt het op je 38ste niet eens tijd om jezelf daaroverheen te zetten?
André Heuvelman
Tot op het bot geraakt was ik een paar dagen eerder, door een voorstelling van trompettist André Heuvelman. Met ‘Windkracht’ vertelt hij in beeld, muziek en interviewfragmenten zijn persoonlijke verhaal over het zoeken en vinden van zijn kracht.
Geboren met een onvolgroeide arm wilde André per se windsurfen, en later trompettist worden. Voor beide heb je lucht, talent én twee krachtige armen nodig. Als kind droomde hij dat ‘s nachts zijn arm ineens normaal geworden was. Dat gebeurde natuurlijk niet. Zijn vastberadenheid bleef. Vanuit het innerlijk vertrouwen op zijn muzikale talent ging hij de krachtmeting aan en leverde zichzelf overtuigend het bewijs dat het wel kan. Ook met die arm. Hij werd eerste trompettist bij het Rotterdams Philharmonisch.
‘Windkracht’ gaat over hemzelf; en over mij en al die anderen die ademloos zitten te luisteren. Andrés performance is indrukwekkend, zijn zelfvertrouwen inspirerend.
Bram Vermeulen
Bram Vermeulen schreef ooit een prachtig liedje, ‘De wedstrijd’, over een jongetje dat in alles het beste wil zijn om gezien te worden door zijn vader. Voor die waardering doet hij alles. Vergeefs. Dat is ‘een wedstrijd die je niet winnen kan’. Een autobiografische tekst, waarover hij zelf zegt: ‘Ik wantrouwde waar ik goed in was.’ Zolang zijn vader zijn referentiepunt bleef, zou hij nooit overtuigd raken van zijn eigen kunnen.
André heeft een ‘stotter’ zoals dat bij koperblazers heet: een kleine hapering tussen luchtaanzet en de eerste noot. Heel even de spanning, als alle ogen op hem zijn gericht bij de trompetsolo waarmee Mahler 5 begint. In een nanoseconde flitsen gedachten voorbij die hem weer even terugbrengen bij oude twijfel. Hij overwint hem steeds opnieuw. Op eigen kracht.
Verschenen in het Financieele Dagblad
1 antwoord
Stuur mij een e-mail als er vervolgreacties zijn.Stuur mij een e-mail als er nieuwe berichten zijn.