Stop de verhuftering
Was nog niet zolang geleden het beledigen van iemand uitzonderlijk, inmiddels lijkt het volkomen normaal te zijn. Persoonlijke aanvallen, het ridiculiseren van hele (bevolkings)groepen, niets is nog te gek. De verhuftering lijkt geen grenzen te kennen.
Norm vervagend gedrag
Dat we dat norm vervagend gedrag normaal lijken te vinden is ook weer niet zo heel verwonderlijk. Wanneer een aankomend president, van het machtigste land ter wereld, op verwerpelijke wijze gehandicapten nadoet en een kritische presentatrice afserveert door te suggereren “het lijkt wel dat ze uit al haar gaten aan het bloeden was”, dan vraag je je af of er überhaupt nog een fatsoensgrens bestaat.
Maar ook dichter bij huis zijn voldoende voorbeelden van norm vervagend gedrag te vinden. Twee jaar terug was het VNO-NCW baas Hans de Boer die verkondigde dat bijstandtrekkers wat hem betrof “labbekakken” zijn. Of neem Johan Derksen die het wel “grappig” vindt een apengrap te maken over Sylvana Simons en haar als “hysterisch” meent te moeten wegzetten. En wat te denken van het “pleur op” van onze eigen premier over Turkse Nederlanders die onvoldoende binding met Nederland zouden hebben.
Wanneer dit in onze samenleving gebeurt dan moeten we natuurlijk niet verbaasd zijn wanneer dezelfde trend ook binnen organisaties haar intrede doet. En dat kan ingrijpende gevolgen hebben. Ik breng hier Arthur Godlieb (1), beleidsmedewerker van de Nederlandse Zorgautoriteit nog maar even in herinnering. Organisaties zijn immers een afspiegeling van onze samenleving.
Het lijkt steeds normaler
We lijken het wel steeds “normaler” te gaan vinden. Een doodsbedreiging aan een politicus (Pechtold) leidt aanvankelijk tot vrijspraak van de dader omdat er volgens de rechter geen redelijke vrees bestond dat de dader de doodsbedreiging ook daadwerkelijk zou uitvoeren. Moet kunnen anno 2016 zo’n doodsbedreiging. We doen er gewoon een kogel bij om het nog een beetje op te leuken. Nog zorgelijker wordt het wanneer we de pleger van norm vervagend gedrag lekker kort door de bocht van repliek gaan dienen. Zoals Hilary Clinton de stemmers op Trump wegzette als racistisch, seksistisch en homofoob. Alsof dat een vruchtbare dialoog op gang brengt. Alsof dat individuen en groepen gaat verbinden.
Populistische prietpraat
Het geeft nogal te denken wanneer mensen met een voorbeeldfunctie de scheidslijn tussen stevige en opbouwende kritiek fors overschrijden door keihard op de man of vrouw te spelen en beledigen. Wanneer onze leiders, onze voorbeelden, menen hun taalgebruik “lekker duidelijk” te moeten maken en er vervolgens hele groepen mensen mee schofferen. Alsof populistische prietpraat ook maar iets zou oplossen. Het is eerder een teken van volstrekte visieloosheid en onkunde. Het is slechts de taal van iemand die wil scoren, niet de taal van iemand die iets wil oplossen.
In plaats van uitzondering is het beledigen en schofferen dus een normaal debatinstrument geworden. Sinds de verkiezing van Trump tot president zijn er inmiddels honderden meldingen gedaan van fysieke aanvallen op etnische en religieuze minderheden, homoseksuelen en vrouwen. En dat is een ronduit zorgwekkende ontwikkeling. Het waren ook woorden die de tijd rijp maakten voor de Holocaust en de genocide in Rwanda begon met eenvoudige radiopropaganda. Het heeft uiteindelijk miljoenen mensenlevens gekost.
Eigen verantwoordelijkheid
Net als woorden van verbinding en empathie hebben woorden van uitsluiting en belediging, uitgesproken door mensen met een voorbeeldfunctie, grote invloed. Natuurlijk kunnen we die verantwoordelijkheid gemakkelijk afschuiven naar anderen. Maar laten we ons eens richten op ons eigen gedrag, op onze eigen cirkel van invloed. Want geloof me, maatschappelijke invloed hebben we allemaal.
Laten we in 2017 de volgende 10 tips ter harte nemen
- Accepteer en respecteer de ander zoals hij/zij is en discrimineer niet.
- Voor ergens op te reageren, tel tot 10 en vraag jezelf af: “wat is mijn meest constructieve bijdrage aan deze discussie”.
- Houd rekening met de grenzen die de anderen aangeven.
- Doe naar anderen niets van wat jezelf als onplezierig of ongepast zou ervaren.
- Stel geen ongepaste vragen en maak geen ongepaste opmerkingen over iemands persoonlijk leven, werk of uiterlijk.
- Maak op geen enkele wijze misbruik van je (machts)positie.
- Sta voor een positieve houding, correct gedrag en net taalgebruik.
- Praat alleen over zaken waar je weet van hebt.
- Motiveer anderen zich ook aan deze regels te houden en spreek degenen aan die dat niet doen.
- Omdat een goed voorbeeld goed doet volgen, zorg een voorbeeld te zijn.
(1) Operatie “werk Arthur de deur uit.” Dagboek van een ongewenste werknemer
Dit artikel verscheen eerder op managementsite.nl
2 antwoorden