Over het belang van de juiste mindset
Er was eens een papegaai… en wat een prachtexemplaar! Het was er één met een schitterend kleurenpak aan veren. De papegaai werkte in een organisatie met heel veel andere vogels. Niets raars aan, zo op het eerste gezicht, want papegaaien leven en werken immers het liefst in een groep. Het zijn immers sociale dieren. Toch werkten de vogels in deze organisatie niet allemaal op dezelfde manier.
Deze papegaai werkte bijvoorbeeld in een kooi. Een mooie grote kooi met sierlijke doch stevige tralies. Misschien denk je nu: wat zielig en wat sneu voor deze papegaai? Nee hoor, de papegaai werkte op geheel vrijwillige basis in deze kooi. Het interesseerde hem ook in het geheel niet dat andere vogels die ook liever een kooi om zich heen hadden bijvoorbeeld het deurtje van de kooi open hadden staan zodat ze in en uit konden vliegen. Er waren zelfs vogels (ook papegaaien!) die helemaal geen kooi hadden.
Het interesseerde onze papegaai allemaal geen lor. “Uitsloverij”, mopperde hij vaak geïrriteerd als er weer zo’n vrije vogel voorbij zijn kooi fladderde. Want gezellig was deze papegaai niet. Je mocht hem best wel chagrijnig noemen. De andere vogels hadden dan ook de neiging om deze papegaai aan zijn lot over te laten. En niet in de minste plaats omdat hij overal en altijd op alles kritiek had. Het leek wel of deze papegaai boos geboren was. De leiding deugde niet, zijn bureau werd niet goed schoon gemaakt, z’n collega’s wilden alleen de leuke klusjes doen, en kregen daarbij ook nog eens meer salaris dan hij, ICT deed zijn werk niet goed en zo kon hij wel even doorgaan. Je zou bijna denken dat hij alles en iedereen in zijn werkomgeving haatte.
Zijn leidinggevende wist het wel, dit is een uitgesproken laggard. Bij elke verandering – groot of klein – uitte deze papegaai als eerste en met luid kabaal zijn zorgen. Deze papegaai was daarmee niet bepaald het stralende voorbeeld voor anderen en daarom vond zijn leidinggevende het wel prima dat hij in zijn kooi bleef. Zo iemand verander je toch niet, geen redden aan, zo redeneerde hij. Maar eigenlijk wist hij geen raad met deze papegaai en net als alle collega’s vermeed hij zoveel mogelijk contact.
Tot op een dag er een nieuwe werknemer op de afdeling verschijnt; het was een nachtegaal. Normaliter had de papegaai een broertje dood aan die nieuwelingen met hun grote mond, maar deze vreemde vogel was anders. Hoe, dat kon hij niet goed onder woorden brengen: hij voelde het, diep van binnen in zijn papegaaienhart. Waarschijnlijk kwam het doordat de nieuweling halsstarrig vriendelijk en belangstellend naar hem was en oprecht interesse toonde. En dat was de papegaai in geen jaren gewend. De nachtegaal raakte duidelijk een gevoelige snaar en wist al gauw ware gesprekken bij de papegaai los te krijgen.
Eenmaal op gang, bleek de papegaai een echte praatjesmaker. Hij vertelde over de tijd dat hij zelf als nieuweling bij deze organisatie was begonnen. Ambitieus, talentvol en reuze enthousiast. Hij vertelde ook hoe hij dit in de loop van de jaren was kwijtgeraakt; door het voortdurend wisselen van leidinggevenden en het daardoor mislopen van promotie. En ook vertelde hij over die interessante projecten die steeds aan zijn neus voorbij gingen. Al gauw had de nieuweling de arme papegaai door; achter diens boosheid, irritatie en chagrijn lag een diepere laag schuil. De papegaai had zich uiteindelijk uit verveling, teleurstelling en wanhoop in zijn eigen kooi opgesloten.
Maar nu had hij eindelijk iemand om mee te praten. En toen de papegaai eens goed zijn hart had gelucht, bleek hij – zoals een goede papegaai betaamt – een echte naprater. Dit keer praatte hij niet zijn eigen gedachten na, maar had hij interactie met een ander. En wat voor een ander!. Het is niet voor niets dat de nachtegaal bekend staat om zijn mooi gezang. Al gauw gingen de gesprekken niet langer over problemen en onmogelijkheden. Neen, de nachtegaal wist de papegaai te verleiden: waar was hij dankbaar voor, en waarover voelde hij zich trots, waar lag zijn hartstocht en waar werd hij enthousiast van?
En steeds na zo’n gesprek, als de papegaai de woorden nog eens goed op zich in liet werken, knakte er iets. Het deed geen pijn, hoor. In tegendeel. Het waren de tralies die de papegaai om zich heen had gevormd die knakten. Langzaamaan, gesprek na gesprek, werd de wereld van de papegaai zodoende ruimer en kon hij weer zien en meemaken wat hij zo lang had gemist. Zijn stem klonk steeds vrolijker, zijn woorden werden milder en gevoelens van tevredenheid en hoop kregen de overhand. Uiteindelijk had de papegaai zelfs genoeg moed om naar buiten te stappen. Zijn kooi had hij niet meer nodig.
Heb jij een cynische collega of geef je leiding aan een negatieveling? Deze tips kunnen je helpen:
- Gedachten en emoties bepalen gedrag; onderzoek daarom die diepere laag.
De eerste stap is aandacht voor evt. frustraties zodat je een proces van loslaten in gang kunt zetten. - Positieve aandacht doet wonderen. Blijf in contact, blijf communiceren en stimuleer samenwerking.
- Positief denken zorgt voor een andere mindset. Motiveren, coachen, helpen, trainen en betrekken zijn hierbij kernwoorden.
- Blijf je vrolijke en positieve zelf en ben duidelijk aanwezigheid. Durf ook waar nodig op te treden.
- Is er een specifieke groep medewerkers cynisch of tegendraads? Dan is er organisatorisch iets aan de hand. Wellicht is een nieuwe visie/missie nodig of lopen processen vast. Analyseer de oorsprong en pak het aan. Vraag desnoods externe hulp.
1 antwoord